Effectiviteit van de inzet wijkberpleegkundige

Effectiviteit van de inzet wijkberpleegkundige

Doel 

De wijze waarop een wijkverpleegkundige het meest effectief kan worden ingebed binnen een organisatie is nog niet uitgekristalliseerd.

Door onderzoek naar de effectiviteit van de inzet van de wijkverpleegkundige zal inzicht worden verkregen in:

  • De effectiviteit van de aansturing en inbedding van de wijkverpleegkundige in de organisatie;
  • De afbakening en verdeling van taken en verantwoordelijkheden van en tussen de relevante zorgverleners, zoals een praktijkondersteuner, ouderenverpleegkundige en wijkverpleegkundige: welke verdeling levert de meest efficiënte zorg op?;
  • De aansluiting van het organisatiemodel op de specifieke doelen die de organisatie heeft met betrekking tot de inzet van de wijkverpleegkundige;
  • De financiering die het beste bij de afbakening en verdeling van taken past;
  • De succes- en faalfactoren m.b.t. de effectiviteit van de inzet van de wijkverpleegkundige;
  • Welke organisatievorm het meest effectief is voor de inzet van de wijkverpleegkundige gegeven de lokale context.

Deze aspecten worden in het onderzoek gerelateerd aan de meer overkoepelende Triple Aim doelstellingen als bijdrage aan de ervaren kwaliteit van zorg en kwaliteit van leven.

Vraagstelling

Het onderzoek is opgebouwd rond de volgende onderzoeksvraag: ‘Hoe kan de inzet van een wijkverpleegkundige worden geoptimaliseerd in termen van de aansturing en inbedding in de lokale (organisatie)context en welk effect heeft dat op de Triple Aim doelstellingen?’

Korte omschrijving activiteiten 

Het onderzoek wordt uitgevoerd op twee locaties. Dit zijn gezondheidscentrum Maarssenbroek en GHC De Bilt, waarbij de thuiszorgorganisaties Zuwe en Vitras betrokken zijn.

Plan van aanpak

Het Jan van Es Instituut (JVEI) heeft de afgelopen vier jaar een kennisbank opgebouwd over de ‘ingrediënten’ van effectieve organisatievormen binnen de eerstelijnsgezondheidzorg. Daarnaast heeft het JVEI een kort cyclisch evaluatieonderzoek ontwikkeld waarmee de ‘black-box’ van effectieve organisatievormen in kaart kan worden gebracht. Deze methode wil het JVEI ook toepassen om de effectiviteit van de aansturing en inbedding van de wijkverpleegkundige in kaart te brengen. De methode bestaat uit de volgende stappen:

Stap 1: Probleemdefiniëring op basis van Triple Aim

Stap 2: Selecteren patiënten

Stap 3: Procesevaluatie

  1. a) Vaststellen bereik wijkverpleegkundige
  2. b) Vaststellen ervaringen en zorggebruik van de patiënten
  3. c) Optioneel: Context en inbedding van de wijkverpleegkundige
  4. d) Effectiviteit doelstelling(en) meten

Stap 4: Feedbacken

Verwachte resultaten

De wijkverpleegkundige wordt op diverse plaatsen in Nederland hernieuwd gepositioneerd. Het is de vraag op welke wijze de inbedding van de wijkverpleegkundige, nu deze deels via de ZVW en deels via de gemeente wordt ingekocht, vorm krijgt. Dit is nog een onontgonnen gebied. In welke organisatievorm de wijkverpleegkundige het meest efficiënt kan worden ingezet en worden ingekocht is ook nog onduidelijk.

Er zijn vier organisatievormen te onderscheiden: de thuiszorgorganisatie als onderdeel van een grotere verpleeg-, verzorgings- en thuisorganisatie (VVT), als ZZP-er, bij de huisartsorganisatie of bij een buurtzorgachtige netwerkorganisatie. Onderzoek laat zien dat de organisatievormen en aansturing belangrijke voorspellers zijn voor het effectief inzetten van de wijkverpleegkundige. Het is de vraag of er een ander speelveld gaat ontstaan nu de wijkverpleegkundige vanaf 2015 gefinancierd zal worden vanuit de ZvW en het sociale wijkteam vanuit de gemeente.

Opdrachtgever

Raedelijn