21 mrt O&I VRAAGT EEN BETROKKEN FLEXIBELE REGIONALE HUISARTSORGANISATIE
De laatste weken is het zeer druk voor ons. Verschillende regio’s vragen onze mening en ondersteuning voor de herpositionering van de verschillende huisartsorganisaties. De belangrijkste oorzaak lijkt de nieuwe beleidsregel Organisatie en Infrastructuur (in de volksmond: O&I) die vanaf 1 januari 2018 van kracht is. Het Zilveren Kruis heeft op 12 december de contouren van haar beleid ontvouwd. Vanaf dat moment lijkt het veld meer bewust van de noodzaak om de eigen organisatiestructuren te heroverwegen. Vanaf 2019 wordt ingezet op deze herpositionering.
Om enige ‘orde’ in deze bestuurlijke spaghetti te creëren hebben LHV, InEen, ZN en VWS met elkaar besloten om de verschillende stimuleringen onder één beleidsregel te brengen. Deze O&I-beleidsregel vraagt om een samenhangend geheel van ondersteuning voor de huisartspraktijk. Praktijkmanagement, Wijkmanagement en Regiomanagement (inclusief de ketenzorg) worden bij voorkeur onder één noemer gebracht. Afhankelijk van de soort wordt de activiteit op het meest optimale schaalniveau georganiseerd. Echter wel op zo’n manier dat de activiteiten met elkaar in verband zijn. Op termijn wordt ook de zorgzwaarte van de populatie van belang voor de hoogte van het tarief.
In de afgelopen weken hebben wij bij het Jan van Es diverse workshops O&I georganiseerd en staan we regelmatig in de regio voor groepen huisartsen om de consequenties met elkaar te bespreken. Onze belangrijkste boodschap is dat de huisarts of eigenaar of een zeer belangrijk onderdeel is van elke organisatie. In onze optiek geeft deze beleidsregel de huisarts de mogelijkheid om zijn of haar ondersteuning weer zelf mede te bepalen. Het is zeker geen bezuiniging van verzekeraar oid. De mening van de huisartsen over de wijze van organiseren is dan ook doorslaggevend. Huisartsen pak die mogelijkheid met beide handen aan!
Wij merken dat de belangrijkste bespreekpunten in de regio zijn:
- Op welke wijze wordt het praktijkmanagement vorm gegeven? Is dat een zaak van de individuele huisartspraktijk of is de invulling via de regio-organisatie juist een zegen gezien de ervaringen met POH GGZ? Daarmee is het praktijkmanagement tevens een belangrijke schakel naar de verbinding van de praktijk naar wijk en regio opdat de huisarts niet alles zelf hoeft te doen (maar wel via aansturing vanuit de praktijk).
- Hoe verhoudt het wijkmanagement (voornamelijk vorm gegeven door de GEZ) en de regionale ketenzorgorganisaties zich tot elkaar? Met name de ‘angst’ dat de regio de GEZ organisaties gaat overheersen is een belangrijk discussiepunt. Mijn oplossing is duidelijk: beleid voor de wijk wordt op wijkniveau vormgegeven en gefaciliteerd door de regio (en niet andersom!).
- Hoe houden we de huisartsen betrokken bij deze volgende organisatorische verandering? Onze ervaring is dat een goed intern traject met het perspectief en begeleiding van buiten de huisartsen in de regio veel handvatten biedt voor een volgende stap.
Wat is de ideale omvang van de regio? Zeker in dichtbevolkte gebieden waar het organisatienetwerk niet samenvalt met een logische regio lijkt het lastig om zonder kleerscheuren tot een herschikking van organisaties te komen. Juist in deze gebieden is het van belang dat de huisartsen zelf het heft in handen nemen om hun meest gewenste infrastructuur te bereiken. De bestuurlijke drukte is al groot in dichtbevolkte gebieden met veel organisaties. - Wat is de rol van de ROS op de langere termijn? Evenals de herschikking van de huisartsorganisaties lijkt het logisch dat ook de ROS zich als organisatie-eenheid herschikt naar de nieuwe situatie. Zeker bij een samengaan van GEZ, zorggroep en huisartsenpost is het zeer logisch dat de taken van de ROS in nauwe samenhang met deze organisatie worden uitgevoerd. Daar waar het netwerk van huisartsorganisaties nog gefragmenteerd is, is een belangrijke taak voor de ROS om de fragmentatie te verminderen.
Tevens bereikt ons vaak de vraag of het ergens al geregeld is. Ik denk dat er op verschillende plaatsen in Nederland mooie ontwikkelingen zijn waar de huisartsen blij mee zijn. Een eenduidige structuur met veel gevoeld eigenaarschap door en collectief klinisch leiderschap van de huisartsen.
De komende maanden zal in veel regio’s deze ontwikkeling verder vorm worden gegeven. Het Jan van Es Instituut kan u op diverse manieren ondersteunen bij het maken van de juiste keuze voor uw regio. We hebben inmiddels ervaring met het verzorgen van Incompanies, interne leergangen voor de huisartsen en nascholingsbijeenkomsten voor de huisartsen. Voor de bestuurders zijn met name de bestuursdagen van 12 & 13 april a.s. met het onderwerp ‘Regionalisering’ zeer relevant, waarin theoretische kennis met praktijkvoorbeelden wordt gecombineerd.
Marc Bruijnzeels
11 februari 2018